Geen korte broeken en geen teenslippers, waarschuwt het kledingvoorschrift bij The Venetian, het grootste casino ter wereld. Tevergeefs, want in dit goklusthof wemelt het van de Chinezen in strandkostuum. Geen manager die het in zijn hoofd haalt ze te weigeren, want juist deze welgestelden hebben van de voormalige Portugese kolonie de onbetwiste gokhoofdstad van de wereld gemaakt.
De ochtend is al lang aangebroken als een bezwete, dikbuikige Chinees van in de veertig jaar nog maar eens voor een pak renminbi aan inleg op de baccarattafel smijt. In Macau wordt betaald met de pataca, maar het Chinese geld is méér dan welkom. Nog meer dan dollars en euro’s, want van westerlingen moeten ze het niet hebben in dit qua oppervlakte op een na grootste commerciële gebouw ter wereld. Alleen de bloemenveiling van Aalsmeer is nog groter.
Heilig
„Ik praat niet, ik ben geld aan het verdienen”, snauwt de pafferige Aziaat als hij even een pauze neemt. Precies wat veel Chinezen heilig geloven: in Macau kun je rijk worden. En omdat gokken in de Chinese genen zit, komen grote massa’s gelukzoekers vanaf het vasteland naar dit lapje grond van 30 vierkante kilometer (ter vergelijking: Amsterdam zit op zo’n 220 vierkante kilometer), want dit is het enige stukje China waar gokken legaal is.
Vooral aan de beroemde Cotai Strip is het vooral de Chinese nouveau riche die ervoor heeft gezorgd dat Las Vegas – tot enkele jaren geleden de onomstreden mondiale hoofdstad van het gokken – totaal is verbleekt bij Macau, net als Hongkong een ’speciale administratieve regio’. Wat in Las Vegas in een week wordt uitgegeven, wordt er hier in een dag doorheen gejaagd.
Het aantal bezoekers telt inmiddels meer dan 2,5 miljoen. Per maand. En die geven grof geld uit: vorig jaar bijna 34 miljard euro. Ten opzichte van een jaar eerder een stijging van bijna 20 procent, waarmee het een van de snelst groeiende economieën op aarde is. Waar het in bijna de hele wereld crisis was, bleef het geld in Macau, in 1999 door Portugal ’teruggegeven’ aan China, volop rollen.
„Ongelooflijk”, zegt bezoeker John Gromedi. Hij is met zijn vrouw Judie uit San Francisco gekomen en kijkt zijn ogen uit in The Venetian, dat in 2007 voor een recordbedrag van 1,8 miljard euro werd gebouwd – maar die kosten waren binnen tien maanden alweer terugverdiend.
„We zijn al een paar keer in Vegas geweest, maar zo fanatiek als het er hier aan toe gaat hebben we daar nooit gezien. De spanning voel je overal, niemand lijkt ontspannen. Een avondje casino is voor ons vooral een avondje uit, maar hier is het ’big business’.”
Chinese maffia
Juist daardoor heeft Macau, waar een kwart van de bevolking zijn geld verdient in deze amusementsindustrie, ook een schaduwkant: de triades, de Chinese maffiaorganisaties, draaien hier overuren. Zij spelen niet óp de tafels, maar eronder, om geld wit te wassen.
Ook andere duistere types meren steeds vaker aan op het zuidelijke schiereiland. De overheid staat zijn bevolking niet toe per jaar meer dan 50.000 dollar het land uit te voeren, maar gehaaide touroperators lokken de rijken van het vasteland via een uitgebreid promonetwerk naar Macau.
Daar leggen ze uit – nadat ze een zeer royale fee hebben gekregen – hoe de rijkaards hun winst in euro’s of dollars uitgekeerd kunnen krijgen, om vervolgens in Europa of Amerika grote aankopen te doen zonder dat hun overheid daar iets aan kan doen.
Maar helaas voor de Chinezen, die zich al rijk rekenden toen ze hun ticket naar dit walhalla van baccarat, poker en eenarmige bandieten boekten: in veruit de meeste gevallen wordt er niet gewonnen maar verloren. Dik verloren.
Regelmaat
Officiële cijfers worden geheim gehouden, maar met regelmaat springen wanhopige Chinezen van de daken van de vele vijfsterrenhotels. Tijdens het bezoek in Macau sijpelt het nieuws door dat een Chinees met zijn vrouw en drie jaar oude zoon van een klif in zee wilde springen. Hij was in enkele uren zijn complete vermogen in het gokparadijs kwijtgeraakt.